We hebben een inefficiëntieclaim! Regelmatig krijgen wij de vraag van een aannemer om de kosten van inefficiëntie te onderbouwen. Er wordt ons dan verteld dat deze kosten zijn ontstaan door verstoringen, volgens aannemer doorgaans in de invloedsfeer van opdrachtgever, zoals late levering van tekeningen of wijzigingen. Volgens aannemer leiden deze verstoringen vervolgens tot de inzet van meer mensen om hetzelfde werk te doen of tot een langere inzet van de geplande mensen om hetzelfde werk te doen.
Wanneer deze langere inzet resulteert in een overschrijding van de opleverdatum is vertraging helder. Echter, wanneer de langere inzet van mensen op een specifieke activiteit niet leidt tot een overschrijding van de opleverdatum is de schade minder evident.
Definities
Om overeenstemming te vinden over kosten en schade als gevolg van inefficiëntie is het van belang om elkaar goed te begrijpen. In de praktijk zien wij dat de termen vertraging, verstoring en inefficiëntie op verschillende wijzen worden gebruikt. Ook bij professionals. Daarom bij dezen een korte uiteenzetting van de definities in aansluiting met de internationale literatuur op dit gebied.
Vertraging
Wanneer er een verschil ontstaat tussen de geplande en werkelijke startdatum, einddatum of duur van een activiteit en als gevolg daarvan een vastgelegde (eind)mijlpaal van het werk niet kan worden behaald is er sprake van vertraging.
In Engeland wordt binnen de bouwpraktijk gebruikt gemaakt van het Delay and Disruption protocol van de Society of Construction Law (SCL), 2nd edition, February 2017. Over vertraging (delay) zegt het protocol het volgende: “In referring to ‘delay, the Protocol is concerned with time – work activities taking longer than planned. In large part, the focus is on delay to the completion of the works – in other words, critical delay. Hence, ‘delay’ is concerned with an analysis of time. This type of analysis is necessary to support an EOT [extension of time] claim by the contractor.”
De internationaal gezaghebbende American Association of Cost Engineers (AACE) heeft een internationaal aanbevolen werkwijze voor vertragingsanalyse opgesteld: AACE® International Recommended Practice No. 29R-03 Forensic Schedule Analysis (2011). Hierin hanteren zij de volgende definitie van vertraging (delay): “Delay simply means a state of extended duration of an activity, or a state of an activity not having started or finished on time, relative to its predecessor.”
Verstoring
Er is sprake van verstoring bij een belemmering, onderbreking of verstoring van de normale werkmethoden van een aannemer, met als gevolg een lagere efficiëntie bij de uitvoering van bepaalde werkzaamheden.
Over verstoring (disruption) zegt het SCL-protocol het volgende: “In referring to ‘disruption’, the Protocol is concerned with disturbance, hindrance or interruption to a Contractor’s normal working methods, resulting in lower productivity or efficiency in the execution of particular work activities. If the Contractor is prevented from following what was its reasonable plan at the time of entering into the contract for carrying out the works or a part of them (i.e. it is disrupted), the likelihood is that its resources will accomplish a lower productivity rate than planned on the impacted work activities such that, overall, those work activities will cost more to complete and the Contractor’s profitability will be lower than anticipated.
Work that is carried out with a lower than reasonably anticipated productivity rate (i.e. which is disrupted) will lead to: (a) activity delay; or (b) the need for acceleration, such as increasing resources, work faces or working hours, to avoid activity delay; or (c) a combination of both — and therefore, in each case, loss and expense. Hence, ‘disruption’ is concerned with an analysis of the productivity of work activities, irrespective of whether those activities are on the critical path to completion of the works.”
In de AACE® International Recommended Practice No. 29R-03 Forensic Schedule Analysis (2011) wordt de volgende definitie gehanteerd van verstoring (disruption): “Disruption: (1) An interference (action or event) to the orderly progress of a project or activity(ies). Disruption has been described as the effect of change on unchanged work which manifests itself primarily as adverse labour productivity impacts. (2) Schedule disruption is any unfavourable change to the schedule that may, but does not necessarily, involve delays to the critical path or delayed project completion. Disruption may include, but is not limited to, duration compression, out-of-sequence work, concurrent operations, stacking of trades, and other acceleration measures.”
Inefficiëntie
Er is sprake van inefficiëntie bij een lagere productiviteit of efficiëntie in de uitvoering van specifieke activiteiten dan gepland.
Het SCL-protocol verbindt efficiëntie consequent aan verstoring. Een lagere efficiëntie wordt gezien als het gevolg van een verstoring, belemmering, of onderbreking van de reguliere werkmethoden van een aannemer. Het is dan aan de aannemer om het causale verband tussen de verstoring en de inefficiëntie aan te tonen.
Dit komt overeen met de AACE® International Recommended Practice No. 29R-03 Forensic Schedule Analysis (2011), waarin geen specifieke definitie voor inefficiëntie is opgenomen. In plaats van de term inefficiëntie wordt de term arbeidsproductiviteit (labour productivity) gebruikt. Ook hier wordt een direct verband gelegd met verstoring. Inefficiëntie is, zo bezien, een negatief effect op de arbeidsproductiviteit als het primaire gevolg van een verstoring.
De term productiviteit en efficiëntie dekken beide dezelfde lading. Echter, wanneer het mogelijk is om geplande en werkelijke productiviteit van specifiek materieel, bijvoorbeeld een heistelling, te vergelijken, dan heeft dat meer overtuigingskracht dan een algemeen inefficiëntiepercentage.
Vertraging en verstoring zijn inherent met elkaar verbonden
Een verstoring kan leiden tot vertraging, als de getroffen activiteiten op het kritieke pad liggen, dan kan dat een kritische vertraging zijn. Het is ook mogelijk dat het werk wordt verstoord en dat de werken nog steeds worden voltooid voor de overeengekomen opleverdatum. In deze situatie zal een aannemer geen claim hebben voor een termijnverlenging, maar kan deze wel een claim hebben voor de kosten van de verloren productiviteit.
Ook kan vertraging leiden tot verstoring. Als een aannemer minder tijd heeft om werkzaamheden uit te voeren (zonder vertraging op het kritieke pad), is het mogelijk dat versnellingsmaatregelen (de inzet van meer mensen of materieel voor specifieke activiteiten) ertoe zullen leiden dat deze taken worden uitgevoerd met een lagere productiviteit dan gepland en dus tegen hogere kosten.
Conclusie
Samenvattend is de claimgrond niet inefficiëntie maar verstoring, welke zijn oorzaak kan hebben in vertraging. Inefficiëntie kan dan een gevolg zijn. Het beslechten van geschillen over vertraging en verstoring vergt een multidisciplinaire aanpak.